Voor de aandachtige lezer van onze blog is het al lang duidelijk: de Harlekijners van bijna 100 jaar geleden vertonen treffende gelijkenissen met de Harlekijners van vandaag. De wereld verandert voortdurend, alles en iedereen is vergankelijk, en toch… Toch krijg je in een filosofische bui – en daar houden wij nogal van – het sterke idee dat alles ook steevast terug keert. Dat in wezen niets echt verandert. Dat onder de oppervlakkige verschillen tussen vervlogen tijden en vandaag een stabiele onderstroom vloeit. Dat tijdloosheid echt bestaat.
Dit gevoel van verwantschap ontroert ons wanneer wij de dagboeken van Leonard Holsters lezen. Het is een warm gevoel om te koesteren, een herkenning die dankbaar maakt. We willen dit graag delen met jullie! Daarom vroegen we verschillende spelers welke passage uit de dagboeken voor hen het meest herkenbaar was… Dat bleek geen moeilijke vraag.
Veerle koos een passage die stamt uit 1931:
Verslag van het tweede gedeelte der jubelviering van Heer A Jelle, Boom 15-5-1931
Onze gevierde tooneelleider wilde niet dat we alleen maar kwamen om te dansen, maar hij verplichtte ons nogmaals een aanval te wagen op de Keuken. We moesten dus ook weer eten en hier past het om in naam van den kring den heer Jelle en zijn achtbare gade onze innigste en besten dank toe te sturen omdat hij ons in de gelegenheid heeft gesteld de vriendschapsbanden die ons aan elkander hecht, nauwer toe te halen. … Onze voorzitter die altijd op de Bres staat om aan de leden een aangename verpoozing te verschaffen, zong met veel Brio en gevoel een lustig lied…
Waarom duikelde Veerle net deze zinnen op uit de vele dagboeken?
“Dit fragment doet me erg denken aan de ontelbare keren dat wij met onze ploeg spelers na een productie samen kwamen voor ons ‘evaluatie-moment’. Alle medewerkers worden dan uitgenodigd en samen genieten we van een maaltijd, vaak in het thema van de voorbije productie. Uiteraard met het nodige vocht om de maaltijd door te spoelen. Enkele spelers beginnen telkens met veel plezier vooraf al te brainstormen wat we zullen serveren. Geloof me, alleen al de brainstorm en de voorbereiding zorgen voor het nodige plezier.
Ludo Laevaert, onze voorzitter, steunde deze initiatieven steeds met een warm hart. Als kasbewaarder zorgde Ludo ook voor de nodige centjes, zodat ieder van harte kon genieten zonder eigen bijdrage. Deze avonden waren en zijn altijd een hartelijke en warme bedoening. Ieder kan een woordje kwijt over de voorbije productie en intussen wordt er genoten van spijzen en drank. Ludo schreef voor deze avonden altijd een speech, waarin hij ieder de nodige pluimen gaf en met veel humor liet blijken hoe erg hij ons werk waardeerde.
Wat me meest bij blijft van deze momenten zijn het gevoel van samenhorigheid, respect, plezier en vooral veel vriendschap. Voor ons, de oudere garde, is het ook een feest om te voelen hoe onze jongere spelers zich thuis voelen bij ons. Op deze avonden is dit altijd sterk voelbaar.
Het is dit gevoel dat ik in het tekstfragment ook tussen de regels door lees: samen zijn, samen eten, dankbaarheid en een voorzitter die deze momenten mee draagt en feestelijk maakt, hetzij met een lied, hetzij met een speech… Ik kijk alvast uit naar ons volgend evaluatie-moment…”