Drie dolende zielen ontmoeten elkaar in de kelders van een shoppingcenter.
Etage -3 is de habitat geworden van voormalig onderwaterlasser Michel die er zich, revaliderend na een duikongeval, ontfermt over de roltrappen, de verwarmingsketels en de seizoensdecoratie.
Ex-dompteur Gabriël houdt er zijn onderduikadres nadat zijn vrouw hem aan de deur heeft gezet.
Als een engel Gods daalt ook Mimi neer in de catacomben, op zoek naar haar Gabriël met wie zij in Roemenië ooit “van trouwke speelde”. Mimi is Cliniclown geworden en heeft zich voorgenomen om mee in de modder te gaan staan met de mensen die doodgaan.
Allen zijn ze op zoek naar de nestwarmte die de bovengrondse wereld hen ontzegt. In de kelder vinden zij elkaars solidariteit en staan ze elkaar bij in hun struggle for live. Niet dat ze medelijden opwekken. Integendeel. Eens neergedaald in de catacomben van het shoppingcenter bloeien zij open in al hun menselijke, ontwapende schoonheid. Ze worden er groot in hun kleinheid en grappig in hun triestheid. Ze klampen zich vast aan een zelfverklaard glorieus verleden en een al even grootse toekomst. In de koude kelder overheerst de hoop en de warmte zoals enkel mensen die aan elkaar kunnen geven. De kelder lijkt wel een paradijs voor deze geboren losers.